Ik zal eerlijk toegeven dat ik, als vegetariër, soms intens verlang naar leverworst. Ja, van die goedkope plakken kips leverworst uit zo’n plastic rol, op een borrel van een één of andere vereniging of bruiloft waar is bezuinigd op het budget voor de catering. Ik wil niet eens weten wat de ingrediënten van die kiloknaller rollen ‘lever’worst zijn, maar stiekem verlang ik soms naar een hapje.
In het verleden heb ik wel eens getracht mijn zucht naar goedkope worst te vergoeden met tartex en andere vegetarische paté substituten. Niks mis met tartex, maar het was geen succes.
Nu -jaren na mijn inzicht dat smeerworst het offer was dat ik brengen moest om vegetariër te zijn, en dat die pijn niet was te verzachten- stond ik in de keuken met een overvloed aan tamme kastanjes. En ik maakte onderstaand recept.
Toen ik het nog warme resultaat proefde, met mijn ogen knipperde, stond ik opeens op mijn oma’a verjaardag. Ik was zes jaar met wit blonde krulletjes in twee staartjes en mijn donkerblauwe lievelings jurk aan. Een oude man met een vriendelijk gezicht die ik niet kende maar die de broer van mijn oma bleek, schoof een roestvrijstalen schaal over de tafel in mijn richting. Er lagen dikke roze ronde plakken op. Met zijn hand nog op de schaal knikte de man me vriendelijk toe. Te verlegen om deze onbekende roze plakken te weigeren, pakte ik er één. En stak het in mijn mond. Mijn ogen werden groter. Hmmm dat was lekker. De man schoot in de lach.
Ik stond weer in mijn keuken, staarde van de houten lepel in mijn hand naar de pan. Ik nam nog een hap en bevestigde dat: ja, dit smaakt echt een beetje naar leverworst!
Dolblij met deze gebeurtenis zit ik nu achter mijn computer, klaar om dit recept met de wereld te delen. Ik begrijp dat ik met mijn verhaal over goedkope worst weinig reclame maak voor het recept in kwestie. Maar ik weet bijna zeker dat er, ergens op aarde, lotgenoten zijn zoals ik: vegetariërs die stiekem van leverworst houden. Deze is voor jullie.
Ingrediënten
- 250 gram gekookte kastanjes
- Half uitje, heel fijn gesnipperd
- 1 teen knoflook, fijngeperst met knoflookpers
- 1/2e theelepel gedroogde salie, fijngesneden
- 1/2 theelepel rozemarijn, fijngesneden
- Klein snufje chilivlokken
- 75 gram paneermeel
- 3 eetlepels ketjap manis
- 150 ml rode wijn
- 150 groenten bouillon
- Olijfolie om in te bakken
Bereiding
Maal de helft van de kastanjes tot fijn meel in een keukenmachine. Snij de rest van de kastanjes grof in stukken.
Bak de fijngesnipperde ui in een scheutje olijfolie op een matig vuur. De ui moet glazig worden en niet bruin. Voeg dan de knoflook, salie, rozemarijn en chilivlokken toe. Bak tot alles gaat geuren.
Voeg dan de wijn, bouillon en ketjap toe. Breng dit aan de kook. Haal dan van het vuur en voeg het gekookte kastanjemeel toe. Roer tot je een egaal mengsel hebt. Voeg dan de paneermeel en de rest van kastanjes toe. Zet weer op het vuur en roer goed door elkaar. Als je een dik mengsel hebt, haal de pan dan van het vuur.
Doe de nog warme paté in één of twee schaaltjes en laat afkoelen. Bewaar in de koelkast.