Er zijn grote problemen (met familie, geld, gezondheid..). En er zijn kleine problemen. Dingetjes die, als alle andere dingen in je leven goed gaan, bijna geen probleem te noemen zijn. Maar. Als al die andere dingen niet meezitten, lijken kleine problemen opeens heel groot.

Dat gaat zo: de kat van je onderburen heeft om de één of andere reden de hele nacht lopen klaag-miauwen waardoor je niet kon slapen, waardoor je er achter kwam dat je kussen eigenlijk helemaal niet lekker ligt, waardoor je nu pijn in je nek hebt, waardoor je je beseft dat je niemand hebt om je een schoudermassage te geven omdat nog steeds vrijgezel bent, waardoor je je beseft dat je al in de dertig bent en nog steeds niet hebt bereikt wat je, toen je begin twintig was, dacht te bereiken als je eind twintig zou zijn. Waardoor je je opeens godvergeten depressief voelt en je je de ganse dag zou willen verstoppen onder de dekens. Als je kussen maar wat lekkerder zou liggen.

En laat dit nou net de dag zijn dat je met je schoonfamilie.. onee, die heb je niet want je bent nog vrijgezel… Opnieuw: en laat dit nou net de zondag zijn dat je gezellig met de collega’s van je werk waar je vier jaar geleden eigenlijk al ontslag had willen nemen, gaat picknicken in het park. Je probleem: je hebt alleen een pakje voorgekookte bieten en een zacht geworden knolselderij in de koelkast. En qua tupperware zit je ook nogal verlegen. En dat terwijl je nou net een beetje culinair wilde doen voor die collega’s.

Balen.

Dat zijn de problemen waar ik het over heb. Normaal zouden een pakje voorgekookte bieten en een zachte knolselderij niet in de weg staan tussen jou en een goed gevoel. Maar door die kut kat van je onderbuurvrouw, staan de zaken nu anders.

Maar er is een lichtpuntje aan de horizon. Er is hulp. Namelijk dit recept voor een salade van bietjes en romige knolselderij en het lumineuze idee om een weckpot te gebruiken om de salade naar het park te vervoeren. Staat ook nog eens super-brocante-cool.

Ingrediënten:

• 1 knolselderij
• 2 teentjes knoflook
• 1 pakje voorgekookte bietjes
• 2 eetlepels olijfolie
• Scheutje (soja)melk
• Eetlepel kokosolie
• Paar takjes verse tijm
• Vers gemalen peper
• Zout

Bereiding:
Schil de knolselderij en snij deze in gelijke blokken van ongeveer 2 bij 2 cm. Breng een pannetje met water aan de kook, voeg een goede snuf zout toe en kook de knolselderij en de twee tenen knoflook (ongesneden maar zonder harde schil) hier 20 minuten in, tot de blokken helemaal zacht zijn.

Ondertussen snij je de voorgekookte bieten in gelijke blokjes van 1 bij 1 cm. Doe deze in een kom, voeg de olijfolie toe, peper naar smaak en rits de blaadjes van wat tijmtakjes boven de bietjes. Schep door elkaar en zet aan de kant.

Als de knolselderij zacht is, haal je deze van het vuur en giet af. Voeg een scheutje (soja)melk toe en een eetlepel boter toe. Maak het geheel dan tot een gladde puree met een staafmixer. Voeg peper en zout naar smaak toe.

Haal nu je weckpot tevoorschijn. Schep 2/3 van je romige knolselderij puree in de pot. Schep hier dan de helft van de bietjes op. Stapel op de bietjes dan weer de resterende puree. En hier doe je dan weer de laatste bietjes op. Maak af met een of twee stakje tijm op de bietjes.

Pot dicht. Slippers aan. Oude deken mee. Misschien nog een biertje of wat. En picknicken maar.

Misschien kom je wel een nieuwe liefde tegen 😉