Yacon wordt ook wel appelwortel genoemd. Omdat hij net zo vers en sappig smaakt als een appel. Maar dan is het dus een knol. Oorspronkelijk komt yacon uit het Andes gebied. Maar in Nederland is deze knol ook heel goed te verbouwen. Je kunt yacon zowel rauw als gekookt eten. Echt het proberen waard!
Dit heb je nodig voor 2 personen:
- 2 witlof struikjes
- 1/2e Yacon
- 6 plakjes zachte geitenkaas
- 1 klein sjalotje
- Handje walnoten
- Paar takjes bieslook
- Olijfolie en citroensap
- Peper en zout
Zo maak je het:
Was en schrob de yacon heel grondig (of als je niet zo’n schillenfan bent: schil de yacon). Snij ‘m dan in hele dunne plakjes. Het beste kun je hier een mandoline voor gebruiken. Verdeel de plakjes over de borden en besprenkel met citroensap. Anders worden ze bruin.
Pel de buitenste blaadjes van de witlof en snij ze in dikke plakken. Verdeel deze over de yacon. Snij de sjalot in dunne ringetje en verdeel naar smaak over de borden.
Verdeel ook de plakken geitenkaas over de borden. Strooi de walnoten erover. Maak af met een scheutje olijfolie en nog wat citroensap, de bieslooktakjes en peper en zout.