Altijd gevaarlijk om een vegetarisch gerecht te linken aan een vlees- of visgerecht. Deze ‘calamares’ hebben dan ook de structuur van inktvisringen, maar smaken in hun jasje toch gewoon nog wel helemaal naar oesterzwam!

Dit heb je nodig:
200 gram oesterzwammen
50 gram bloem
200 ml sojamelk
1 el appelazijn
100 gram paneermeel
1 vel nori-zeewier
Snufje zout
1/2 theelepel chilipoeder
Olie om in te bakken

Zo maak je het:
Snij de oesterzwammen in repen van ongeveer 2cm. Als je de echte calamares vorm wil, steek je de oesterzwammen uit met een ronde uitsteekvorm en snij je hier weer een cirkel uit. De randen en rondjes die je overhoudt, kun je gewoon gebruiken of ergens anders in verwerken. Doe de gesneden zwammen in een kom en gooi hier de bloem over. Hussel goed door elkaar.

Meng de sojamelk met de appelazijn.

Maal het nori-vel fijn in een vijzel of knip met een schaar in hele kleine stukjes. Meng dit met het paneermeel, chili en zout.

Doop de oesterzwam reepjes eerst in de sojamelk en haal dan door het paneermeel mengsel. Bedenkt wat je lekker vindt: een dikke paneerlaag of een dun laagje. Haal de oesterzwammen aan de hand daarvan meer of minder door het paneermeel.

Je kunt de ‘calamares’ in een koekenpan goudbruin bakken in een laagje olie (dit is lekker vette optie) of een met bakpapier beklede bakplaat insmeren met wat olie en de calamaris in de oven op 200-225 graden in 10 minuutjes goudbruin bakken (draai ze halverwege om).