Niets fijners dan een dikke warme soep aan het einde van je dag. Makkelijk om te maken en heerlijk om te eten. Het enige wat je nodig hebt, is een beetje tijd. Want dit hoe langer je dit soepje op het vuur laat pruttelen, hoe lekkerder ‘ie wordt.
Deze soep heeft Surinaamse roots maar aangepast volgens invulling van ondergetekende.
Ingrediënten
- 1 eetlepel (zonnebloem)olie
- 1 theelepel komijnzaad
- 1 theelepel mosterdzaad
- 1 ui, gesnipperd
- 1 eetlepel fijngesneden gember
- 2 tenen knoflook, fijngesneden
- 2 wortels, in plakjes
- 1 courgette, in plakjes
- 1 aubergine, in blokjes
- 1 liter groenten bouillon
- 800 gram tomaten (uit blik)
- 1 eetlepel ketjap manis
- 4 eetlepels pindakaas
Op smaak brengen met zout en sambal.
Bereiding
Doe de olijfolie in een grote soeppan en voeg de komijnzaad en mosterdzaad toe. Als de mosterdzaadjes uit de pan beginnen te springen, voeg je de ui toe. Bak deze twee minuutjes. Voeg dan de fijngesneden gember en knoflook toe. Bak dit nog een minuutje.
Voeg dan de wortel, courgette en aubergine toe. Bak de groenten vijf minuutjes, terwijl je in de pan roert. Voeg dan de groentebouillon en tomaten toe. Breng het geheel aan de kook en zet het vuur dan laag. Laat de soep minimaal een half uur pruttelen, maar langer is lekkerder.
Voeg als laatste de pindakaas toe. Proef je soepje dan en breng eventueel op smaak met zout en sambal.