La chausette de laine de chevre betekent ‘de geitenwollensok’. Zoals je misschien wel weet is de geitenwollensok een van de bekendere geuzennamen voor antroposofen. Omdat ik dit recept niet ‘antroposofische pennywafels’ wilde noemen, tracht ik met bovenstaande Franse vertaling, een soort van culinaire schwung aan het geheel te geven.
Dat heeft een reden. Namelijk dat je van alles kunt zeggen over de antroposofie, iets met vrolijke lentefeesten, lekker voedzaam zuurdesembrood en ruimte voor creativiteit en ontwikkeling van het individu. Maar wat je nou niet echt van de antroposofie (en/of de geitenwollensok) kunt zeggen, is dat deze veel schwung heeft.
-Intermezzo-
Nu zie ik mijn voormalige theaterdocent aan het Geert Groote College in Amsterdam opspringen in haar zijde gewaad in complementerende herfstkleuren, roepend dat de antroposofie wél heel veel schwung heeft, terwijl ze een paar euritmie passen maakt. Maar ik zal helaas toch moeten mededelen dat als men schwung gebruikt om flair, nonchalante vaardigheid, gevatheid en stijl uit te drukken, de antroposofie toch niet echt in aanmerking komt.
“Ik zie rond in de wereld [..] waarin de mens, bezield, de geest een woning geeft [..] ik schouw diep in de ziel, die binnen in mij leeft” wordt er elke ochtend door de kinderen op de Vrije School gezegd. Antroposofie gaat over het harmonisch doorgronden van het wezen van de mens, het gaat over de samenhang van de mens en de kosmos, de geestelijke wereld die toegankelijk wordt via innerlijke ontwikkeling. Dat vind ik heel mooi. En waardevol. En ik dank mijn ouders op mijn blote knietjes dat ik een groot deel van mijn kindertijd en adolescentie op de Vrije school hebben mogen doorbrengen.
Maar als naar een coole club ga, neem ik mijn koperen euritmieballen (bedoeld om plechtig tussen de linker- en de rechterhand over te geven, om de hersenhelften te verbinden) zegmaar niet mee. Want koperen euritmieballen zijn niet cool. En blokfluiten ook niet. En Duitse sopraan-koorliederen ook niet. Dus. Daar heb je het. Antroposofie is te gek. Maar het is niet echt cool. En het heeft weinig schwung.
Goed. Lang verhaal om uit te leggen waarom ik, vanuit de marketinggedachte, de titel van een antroposofisch verantwoord recept, een vrije Franse vertaling geef. Want zeg nou zelf: zou jij hebben geklikt als de titel van deze pagina ‘antroposofische pennywafels’ was geweest?
-Einde intermezzo-
Nu borrelt de volgende vraag misschien op: waarom zou je in GODSNAAM antroposofische pennywafels willen maken?!
Traditioneel heten pennywafels pennywafels omdat je ze voor een penny kon kopen. Goedkope wafels dus. (De bedenkers van pennywafels hadden vast ook een marketinggedachte en wilden hun wafels liever niet ‘cheap wafels’ noemen). Nu heb ik niet specifiek iets tegen goedkoop. Maar voedsel van al te lage kwaliteit probeer ik over het algemeen wel te vermijden. Nu zijn pennywafels niet goedkoop omdat er ergens op de wereld een liefdadigheidsinstelling bestaat dat als motto de globale verspreiding van pennywafels aan alle lagen van de bevolking heeft. Pennywafels zijn over het algemeen goedkoop omdat ze van belabberde kwaliteit zijn.
Erg jammer, want de combinatie van enkele knapperige wafels met chocoladelaagjes ertussen, klinkt als muziek in mijn oren. Het gevolg is dat ik eens in het half jaar word verleid door de innige wens voor een goede-kwaliteit-pennywafel, en ik dus een nog niet geprobeerd merk pennywafel koop. En proef. En teleurgesteld het pedaal van mijn prullenbak intrap om het gehele pak minus één wafel weg te gooien. Stoffige chocoladesmaak, wafeltjes waarvan je niet zeker bent of het niet toevallig toch van gerecycled papier is gemaakt, gruizige hazelnoot vullingen. Na jarenlang onderzoek kan ik de concluderen dat de gemiddelde pennywafel niet goed smaakt.
En daarom nam ik het pennywafel-heft in eigen hand. En omdat er toevallig een open pak roggecrackers in het keukenkastje stond toen ik chocola aan het smelten was, haalde ik mijn schouders op en zei tegen mezelf ‘niet geschoten is nooit raak’.
Het resultaat bleek raak.
Het feit dat de basis van deze pennywafel een biologisch-dynamische volkoren roggecracker van Demeter is (wist je dat als je ‘biologisch dynamische volkoren roggecracker van Demeter’ in een diepe put roept, deze ‘geitenwollensok’ naar je terug echoot?) proef je er wonder boven wonder niet vanaf.
Ingrediënten
- 80 gram chocola (puur of melk, dat mag je zelf weten)
- 1 eetlepel kokosolie
- 5 roggecrackers
Bereiding
Eerst snij je de roggecrackers door de helft, zodat je ipv 1 lange rechthoekige cracker, 2 vierkante crackers hebt.
Smelt dan 30 gram chocola met de eetlepel kokosolie. Verdeel dit mengsel over 5 crackers en leg vervolgens op elke belegde cracker weer een droge cracker. Nu heb je dus 5 dubbeldekker-crackers met een choco-coco laagje ertussen.
Leg de dubbeldekkers 10 minuten in de koelkast zodat het choco-cocomengsel kan uitharden. Leg ondertussen een snijplank of bakplaat klaar en bedek deze met een stuk bakpapier.
Smelt dan de rest van de chocolade in hetzelfde pannetje (je hoeft deze niet eerst af te wassen). Dip de dubbeldekkers in de gesmolten chocolade, zodat ze geheel bedenkt zijn. Leg ze dan, los van elkaar, op het bakpapier. Zet dit dat in de koelkast om de chocola weer hard te laten worden.
Eet/serveer ze gelijk uit de koelkast, want de chocola wordt snel (te) zacht.