In de antroposofie worden de jaarfeesten gezien als ankerpunten in het jaar. Zodat het leven niet gedachteloos aan ons voorbij glijdt. Met name voor kinderen is het in de antroposofie belangrijk om de overgang van seizoenen en bepaalde gebeurtenissen te vieren. Zij kijken immers niet in hun agenda om te zien welke dag het is. Dat wat ze zien, dat wat ze horen, dat wat ze ruiken, is wat ze leven. Een feest of ritueel maakt de verbinding tussen dit zintuigelijke en de tijd van het jaar.
Ik heb altijd op vrije scholen gezeten. Mijn jeugd is daarom doorvlochten met antroposofische gebruiken, traditie’s en jaarfeesten. Ik herinner me de spanning voordat we over het vuur sprongen met Sint Michael. En de trots achteraf. De bloemenkrans die mijn moeder voor me maakte met Pinksteren en dat ik het engeltje mocht zijn die het licht bracht op maandagmorgen tijdens advent. Veel kleine en grote, vredige en geborgen herinneringen waar ik blij mee ben.
Het summum der summum was als kind echter de Sint Nicolaasmarkt. De spelletjes en activiteiten, de dingen die er werden verkocht, maar bovenal: de marsepein. Dat was topkwaliteit. En dat wist ik. We kregen als kind een soort stempelkaart waarmee je dingen kon kopen op de markt en zonder schroom of twijfel liet ik mijn volledige kaart vol stempelen in ruil voor zo veel mogelijk marsepein.
Nu zit ik niet meer op school en heb ik ook niet de specifieke behoefte om een Sint Nicolaasmarkt bij te wonen. Wel lust ik nog steeds die verdomd goeie marsepein. En alle die witte of gekleurde rommel kan me gestolen worden.
Blijkt dat die verdomd goeie marsepein, eigenlijk de marsepein in zijn meest oorspronkelijke vorm is. Marsepein zoals mensen vroeger marsepein maakten -voordat men opeens de mening had dat amandelen en honing te duur waren, waardoor ze deze vervingen door suiker en witte bonen (geen grapje). Het origineel bleek heel makkelijk te maken, met heel weinig ingrediënten en een heel lekker resultaat.
Ingrediënten
- 300 gram amandelen (valencia of met schil) (ik gebruikte met schil)
- 3 volle eetlepels honing
- 1 theelepel rozenwater
En je hebt een keukenmachine nodig.
Bereiding
Eerst moet je die amandelen iets warm en vochtig maken. Breng dus water aan de kook in je waterkoker. Doe de amandelen in een kom. Giet het water als het kookt over de amandelen. Laat het 30 seconden weken. Giet de amandelen dan af en spoel ze even om onder de warme kraan.
Dep de amandelen droog en doe ze in je keukenmachine. Maal ze fijn door te pulseren (de machine dus niet op volle toeren laten draaien). Als de amandelen tot fijn meel vermalen zijn (het ligt een beetje aan je keukenmachine, maar dit kan best vijf tot tien ‘pulserende’ minuten duren) voeg je de honing en het rozenwater toe. Laat de machine dan wel constant draaien tot de honing goed vermengd is.
Haal de marsepein uit de machine en kneed het enkele minuten goed door. Maak er dan een bal van en laat het een nacht in de koelkast rusten om de smaak te laten rijpen. (Maar als je ongeduldig bent, kan je het ook gelijk opeten.)