Als klein Dorientje ging ik elke zomer met mijn zus op vakantie naar mijn oom en tante in Zuid Frankrijk. Die hadden daar een vakantiehuis. Eindeloos prutsen, klauteren, ravotten en ontdekken in de buitenlucht werd afgewisseld door bourgondische maaltijden. Vers Frans brood in de ochtend, eclairs en tarte tatin bij de koffie en warm eten tussen de middag. Een van de favorieten van mijn zus en mij, was de nasi van mijn Indonesische oom.

Toen ik oud genoeg was om zelf te koken, belde ik na thuiskomst in Nederland mijn oom op om zijn befaamde nasi recept te vragen. Toen was ik geloof ik tien. Vijftien jaar later heeft het recept zich onder mijn hoede ontwikkeld. De spekjes zijn verdwenen, van witte naar volkoren rijst en de gemalen specerijen hebben plaats gemaakt voor hele zaadjes. Maar de combinatie van smaken zijn hetzelfde gebleven. En smaakt nog steeds verdomde goed! Dankje lieve oom Rob.

Ingrediënten:

• 1 kopje rijst per persoon plus 1 kopje voor een onverwachte gast (naar Indonesisch gebruik). Ik gebruik zelf volkoren rijst (is gezonder) maar stiekem is het recept eigenlijk nog lekkerder met witte basmatirijst.
• Bouillonblokje

Per kopje rijst de volgende ingrediënten (vermenigvuldig de hoeveelheid dus met het aantal kopjes rijst):

• 1/2 eetlepel kokosolie
• 1 middelgrote ui, in dunne halve ringen gesneden
• 1 teen knoflook, fijn gesneden
• 1 theelepel komijnzaadjes
• 1 theelepel mosterdzaad
• 2 theelepels gemalen korianderzaad
• 1 theelepel sambal oelek
• 1 eetlepel ketjap manis
  
  Bereiding:
  Kook de rijst zoals je zelf graag doet, of zoals op het pak staat aangegeven. Of doe het zoals ik het heb geleerd van de Indonesische oma van mijn halfzus:

Doe de rijst in een in een pan en spoel het een of twee keer om. Vul de pan dan met schoon water, totdat er zo veel in zit dat het water 1 vingerkootje boven de rijst uit komt. Voeg een half bouillon blokje toe als je minder dan drie kopjes rijst kookt. Anders een heel blokje. Breng het water aan de kook op hoog vuur met een deksel op de pan. Als het water kookt, zet je het vuur lager, zodat het water rustig kookt. Als je witte rijst gebruikt, haal je het deksel van de pan. Als je volkoren rijst gebruikt laat je het deksel op de pan.

De rijst is klaar als het het water is verdwenen uit de pan. Als je het idee hebt, dat de rijst meer water nodig heeft (als het water bijna verdwenen is maar de korrel nog te ‘al dente’) voeg dan wat water toe. Als het op het eind nog iets te nat blijkt te zijn, leg dan een schone handdoek die je een paar keer hebt dubbel gevouwen, als een deksel op de pan. Deze zuigt het vocht uit de pan. Draai en hervouw de handdoek om de paar minuten zodat het droogste deel onderop ligt.

Over het algemeen komt het zo wel goed. Er is slechts een strenge regel als je op deze manier rijst kookt. Knoop deze in je oren: niet roeren! Ja, op een gegeven moment hoor je de rijst knetteren, als het water bijna volledig is verdampt. En ja, dan zie je je toekomstige zelf al uren bikken om de bodem van je pan schoon te krijgen. (Maar dit is heus niet waar. Gewoon gelijk nadat je de rijst uit de pan hebt geschept, een laagje water in de pan en dan schraap je de aangekoekte restjes rijst er na je heerlijke nasi maaltijd, met twee vingers in je neus, zo uit je pan). Ja, als je proeft of je rijst al gaar is, zal je geneigd zijn om de boel even om te roeren. Nu je toch met een lepel in je hand voor de pan staat. Ja, je zult op meerdere manier verleidt worden om voortijdig in de pan te roeren. Ja. Toch moet je het niet doen. Echt niet. Vertrouw mij maar.

Al de rijst klaar, of bijna klaar is, verhit je de kokosolie in een wok op een middelhoog vuur. Als de olie gesmolten is, voeg je de komijn en mosterdzaadjes toe. Als de zaadjes beginnen te knetteren, voeg je de halve uienringen toe. Bak de ringen glazig. Dit kan best tien minuten duren, afhankelijk van je hoeveelheid uien. Roer vaak genoeg zodat je uien niet aanbakken. Voeg na een paar munten het gemalen korianderzaad toe. Als de uien glazig zacht zijn. voeg je de sambal toe. Schep dan de rijst in de wok. Zet het vuur hoger en bak het geheel even aan. Voeg op het laatst de ketjap manis toe, roer en proef of je misschien nog meer ketjap of sambal wilt toevoegen.