Over het algemeen was ik altijd vrij huiverig om een hele kool te kopen. Vooral toen ik nog alleen woonde, vond ik een kool best een commitment. In de zin dat het geen wortel of tomaat is. Een kool is groot, eet je niet rauw uit de hand, heeft een specifieke smaak. En is niet altijd even makkelijk te verteren..

Maar toen! Dit recept zette de kool in een compleet ander daglicht. Van te grote, niet tot te verbeelding sprekende wintergroente, naar zachte bijna zoete, geroosterde plakken kool met een prachtig reliëf waar je geen genoeg van kunt krijgen.

Sinds dien zijn de kolen bij mij thuis niet meer aan te slepen. Het is een geweldig recept om te serveren als bijgerecht bij een etentje, maar ook te gek naast wat zilvervliesrijst en een plakkie tofu op de bank.

Ingrediënten

1 witte kool

3 eetlepels olijfolie

1 (of twee) tenen knoflook

1/2 theelepel zout

Bereiding
Verwarm je oven voor op 200 graden.

Doe de olijfolie in een kopje of glaasje, pers hier de knoflook boven uit en voeg het zout toe.

Snij de witte kool in 2 tot 3 cm dikke plakken in de lengte (dus als je hem op zijn stronkje zet, van boven naar beneden). In totaal snij je waarschijnlijk 6 tot 8 plakken. Leg de plakken op een met bakpapier beklede bakplaat.

Smeer de plakken aan beide kanten in met de knoflook olie. Dit kan met een kwastje, maar je kunt de olie ook op de plakken sprenkelen met een theelepeltje.

Doe de bakplaat met de plakken kool nu in de oven. In totaal bak je de kool een uur, maar na dertig minuten moet je de plakken omdraaien zodat ze mooi goud kleuren aan beide kanten. Het omdraaien gaat makkelijk met een bakspaan.